Kauwen schrijft boeken

Dit is het prullenbakje naast mijn schrijftafel. Ik leeg het regelmatig, maar het is altijd weer weer snel vol met uitgekauwde kluiten kauwgom.

Als ik het even niet meer weet, als ik moet nandenken over een volgende zin, dan lopen mijn handen automatisch op hun vingertoppen naar rechts. Naast de mousepad – ik kan niet werken zonder muis – ligt altijd een pakje Stimorol. Andere kauwgom vind ik vies. Ik koop de voordeelverpakkingen, vijf rolletjes in een zakje, met zes tegelijk. Nog geen maand doe ik ermee. Twee pakjes per dag.

‘Knarsetand jij?’ vraagt de tandarts af en toe. Dan antwoord ik lacherig dat ik daar van bedgenoten nooit klachten over krijg. Ik zeg natuurlijk niet dat mijn tanden waarschijnlijk afslijten omdat ik zoveel kauwgom eet.

Ik schaamde me er altijd een beetje voor, maar sinds ik me verdiept heb kauwen, snap ik niet dat de overheid het nog niet verplicht heeft gesteld. Kauwen stimuleert de doorbloeding in de hersenen. Kauwen maakt alerter, verhoogt concentratie en reactiesnelheid, verbetert het geheugen, vermindert stress, bestrijdt zelfs dementie. En het schrijft dus boeken.