Fragment Prinsenleven

Aan de overkant van het podium ziet hij Jantien, de presentatrice van de Stratenloterij. Ze zakt een beetje door haar knieën en spreidt haar armen, alsof hij een kleuter is die erin moet springen.

‘Charlie,’ roept Jantien. ‘Charlie, kom naar voren! De mensen willen je zien!’

Hij kan niet meer denken. Naar voren lopen lukt ook niet. Al die mensen! Zijn buik, zijn benen, zijn hoofd… Het lijkt alsof iemand hem op uit gezet heeft.

‘Charliecharliecharlie!’ Jantien wenkt nog eens. ‘Dames en heren, wij presenteren: Charlie Prins!’

Hij voelt dat zijn benen naar voren stappen, naar Jantien toe. Als hij eindelijk bij haar is, pakt hij haar uitgestoken hand. Schor zegt hij tegen het oorverdovende gebrul dat hem tegemoet komt: ‘Hey! Ik ben Charlie.’

‘En je gaat ons een mopje vertellen!’

Hij deinst een beetje terug omdat Jantien de microfoon bijna in zijn mond stopt. Nu! denkt hij. Hij schraapt de kikker uit zijn keel en zegt: ‘Heeft een vlo zes miljoen euro gewonnen.’
Dat bedacht hij vanochtend: dat hij er zes miljoen van zou maken. Want dat is de hoofdprijs vandaag: zes miljoen.

‘Een vlo?’ gilt Jantien. ‘Zes miljoen!’ Ze slaat zich met haar vrije hand op een dij. ‘Ga door, ga door!’

Opeens voelt hij zich heel rustig. Hij trilt ook niet meer. Het wordt leuk, denkt hij. Ze gaan lachen. ‘Niet in de Stratenloterij, hoor.’ Even laat hij een stilte vallen. ‘Het was een loterij speciaal voor vlooien. Het was de Vloterij.’
Jantien hangt opeens voorover, de microfoon tussen haar knieën geperst. Ze kan niet meer stoppen met lachen. Hij buigt ook voorover en roept in de microfoon: ‘Vraagt zijn buurvlo: “Wat ga je daarmee doen, met zes miljoen?”’
Hij moet zelf al een beetje lachen, maar hij wacht rustig tot Jantien weer overeind komt. Dan pakt hij de microfoon met twee handen vast en roept: ‘“Ik ga een hond kopen,” zegt de vlo. “Lekker helemaal voor mezelf alleen.”’
Jantien zegt nog iets, maar hij luistert niet meer. Iedereen klapt en lacht. Hij zweeft, net als bij opa op de boot, maar dan veel en veel hoger. Mensen lachen, kijken elkaar aan, vegen de tranen uit hun ogen en beginnen opnieuw te lachen. Hij maakt iedereen blij.
Jantien praat maar en praat maar en opeens beginnen de mensen weer te klappen. In het publiek gaat een confettikanon af, hij krijgt een groot karton in zijn handen gedrukt. Jantien vraagt hem iets wat hij niet kan verstaan, maar gelukkig weet hij nog een mop.

‘Iemand anders had ook veel geld gewonnen. Die liet in zijn tuin drie zwembaden aanleggen,’ roept hij. ‘Eén zwembad met warm water, eentje met koud water en een leeg zwembad.’
‘Een léég zwembad?’ vraagt Jantien.
‘Ja, want hij had een ook paar vrienden die niet konden zwemmen.’

Nog meer geklap en nog meer gelach. Er komen nieuwe mensen het podium op. Hij zwaait nog een keer en laat zich terugduwen naar de coulissen. Daar kijkt hij op het grote stuk karton dat hij nog steeds onder zijn arm heeft.
Hij heeft zes miljoen euro gewonnen.

terug