Ruim voordat Leif, mijn lief verscheen, ben ik begonnen aan Schaduwspits. Het zaadje voor dat boek was een kort verhaal dat ik ooit had geschreven, over een voetbalvader en een voetbalzoon.
En dat verhaal was ik weer gaan schrijven om iets wat ik had meegemaakt toen ik nog voetbalverslaggever was in Den Haag. Ik moest een stuk schrijven over een wedstrijd van Wilhelmus, een amateurclub uit Voorburg. Daar speelde een voetballer die zo goed was dat hij gemakkelijk betaald voetbal had kunnen spelen. Toch had hij het niet verder gebracht dan de amateurs.
‘Waarom?’ vroeg ik. ‘Omdat er een draadje los zit in zijn hoofd,’ zeiden de oude mannetjes die langs de lijn stonden te kijken.
Tijdens de wedstrijd zag ik wat ze bedoelden. De voetballer maakte keiharde overtredingen en moest al na een halfuur het veld uit met een rode kaart.
Aan onze voeten stond een jongetje van zes jaar met een bal te pielen. Hij zag er net zo uit als de speler die afdroop naar de kleedkamer: matje in zijn nek, wipneus en dezelfde sproeten. Het was zijn zoon.
Toen al, toen ik daar langs de lijn stond, vroeg ik me af hoe dat voor zo’n jochie was: een vader die steeds geschorst werd, omdat hij zo gemeen voetbalde.
Daar heb ik een kort verhaal over geschreven, maar dat mislukte. Ik wilde veel te veel vertellen in te weinig woorden. Daarom besloot ik van dat verhaal een boek te maken toen Leif, mijn lief klaar was.
De vader in Schaduwspits lijkt op die speler van Wilhelmus en Milan bestaat eigenlijk uit allemaal stukjes van vier voetballers van de jeugdopleiding van Ajax die ik heb leren kennen. En Freke? Die lijkt op mij. Ze maakt mee wat ik heb meegemaakt als voetbaljournalist: dat trainers niet met me over voetbal wilden praten omdat ik een meisje was! Ze is net zo onzeker over wat ze schrijft als ik, maar ze kan wel kan veel beter ruzie maken.
Om het boek te kunnen schrijven kreeg ik van het Fonds voor de Letteren een beurs van drieduizend euro. Dat geld is bijna allemaal opgegaan aan reisgeld naar de Toekomst, het jeugdcomplex van Ajax. Daar mocht ik een seizoen meelopen met het C1-elftal om onderzoek te doen voor het boek.
Het boek is een paar keer herdrukt en in goedkopere schooluitgaven verschenen als Boektopper en als Vroege Lijster. Het is al een tijdje niet meer leverbaar, maar ik krijg nog vaak mailtjes van moeders die naar het boek vragen voor hun zoon. Zo’n zoon houdt nooit van lezen, maar wel van lezen over voetbal. Het is nog steeds een geliefd boek: het wordt vaak uitgeleend in bibliotheken en op websites met tweedehands boeken is het maar heel zelden (en dan heel kort) te koop.
Middelbare scholieren vonden Schaduwspits één van de vijf leukste boeken van 2005. Ik was de allereerste Querido-schrijver ooit die genomineerd is voor de prijs van de Jonge Jury. Daar ben ik zo trots op dat ik het hier even moet opschrijven. Dreadlocks & Lippenstift van Maren Stoffels won toen de prijs.
Er staat een groot fragment Schaduwspits in de leergang Nieuw Nederlands, dat wordt voorgelezen op de cd die erbij hoort.
terug